Wie was Peter Lindner?

Peter Lindner (16 maart 1930 – 11 oktober 1964) was een zeer succesvol coureur in de sportsaloon en sportwagen klasse en tevens importeur en dealer van Jaguar, MG en Aston Martin.

Vroege jaren

Peter  Lindner is in Düsseldorf geboren. Zijn vader was officier in het leger en zijn moeder werkte bij een architectenbureau.  Aanvankelijk had hij en zijn zus een onbekommerde jeugd, maar in 1937 overlijdt zijn 33 jarige moeder ten gevolge van een tragisch ongeval. Vanaf dat moment heeft Peter een moeilijke jeugd.

De oorlog breekt uit, zijn vader is genoodzaakt zijn kinderen onder te brengen bij een oom en een tante, Peter gaat naar een andere school en door de afwezigheid van zijn eigen ouders raakt hij steeds meer op zichzelf. Leraren van school omschrijven hem als respectloos en onhandelbaar, ondanks dat hij goede resultaten behaalde.

Zijn rebelse aard doet zijn pleegouders besluiten Peter naar een internaat te sturen in de buurt van Dresden. Hij krijgt daar echter geen normaal onderwijs. Hij vervaardigt munitiekisten en ontvangt daarvoor 35 Reichs Mark per maand. Dit bevalt Peter beter dan een gewone school.

Na de oorlog komt hij in aanraking met de optimistische levensopvatting van de Amerikanen die in de stad verblijven. Hij maakt snel vrienden onder hen. Hij wordt door hen gezien als een slimme jongen, zonder Naziverleden, die precies past in de nieuwe tijd die aangebroken is.

De inmiddels 18 jarige Peter mag op het Amerikaanse vliegveld zijn eerste autorace rijden. De leidinggevende kolonel Mr Bean waarschuwt hem: ‘Drive slowly, you have one life only…’.  Een jaar later overlijdt zijn vader aan de gevolgen van verwondingen die hij in de oorlog heeft opgelopen tijdens een Russische veldslag.

Op zijn 19e erft Peter het ouderlijk huis inclusief een grote bedrijfsruimte aan de Taunusstrasse 52 te Wiesbaden. Voor school heeft hij geen tijd meer en hij verlaat vroegtijdig het Gymnasium.

Hij gaat werken bij een papierfabriek enkele meters verderop van zijn huis. Zo ontloopt hij de arbeidsplicht die indertijd gold voor alle mannen tussen de 15 en 50 jaar voor de wederopbouw van Duitsland. In de tussentijd knapt hij zijn huis op.

MG

Hij verhuurt de bedrijfsruimte aan de MG dealer Nerotal. Nog voordat het huurcontract is getekend stelt de eigenaar van Nerotal Peter aan als autoverkoper. Nerotal was dealer van MG en Engelse auto’s waren zeer populair bij de Amerikanen. Peter demonstreert de snelheid van de MG’s op hartverlammende wijze aan zijn klanten. Hij wijzigt de officiële verkoopslogan van MG ‘Safety fast’ in ‘Fast’. Na zo’n proefrit moest de klant altijd even bijkomen om daarna met trillende hand zijn handtekening te zetten onder het verkoopcontract.

Safety fast

Peter blijkt de juiste man op de juiste plaats en in de kortste keren wordt hij bedrijfsleider van Nerotal. De eerste Duitse klanten dienen zich aan voor de Engelse ‘exoten’ en er ontstaat meer en meer vraag naar het merk Jaguar. Peter merkt dat de klanten voor dit soort Engelse auto’s veel beter bediend moeten worden. De import van Jaguars verloopt informeel via verschillende firma’s en de leveringen vanuit Coventry zijn ad hoc en niet betrouwbaar om tijdig aan de wensen van de klant te voldoen.

Showroom

De aanstormende coureur

In 1954 wordt Peter lid van de Hesse Motor Sports Club (HMSC). De leden zijn vooral Amerikanen die gestationeerd zijn op het plaatselijke militaire vliegveld. In 1955 verkrijgt hij zijn racelicentie en mag deelnemen aan Duitse motorsportevenementen. Deze evenementen waren vooral aangewezen op permanente circuits als Hockenheimring en de Nürburgring. In Bremen en München werd geraced op vliegvelden. Peter behaalt zijn eerste toerwagenoverwinning in een DKW.

Ondertussen heeft Peter een voorkeur en enthousiasme ontwikkeld voor het merk Jaguar. In september 1955 maakt hij grote indruk door met een Jaguar XK 120 FHC de eerste startrij te bezetten naast twee ervaren Amerikanen met een Austin Healey 100 en een XK 140 FHC. De race was georganiseerd door HMSC en werd gehouden op een vliegveld bij Hunsrück.

De XK 140 was een S-versie, uitgerust met een cilinderkop van de C-type. Deze auto bezat 50 pk meer dan de XK 120 van Peter. Helaas, door een stuurfout van een deelnemer kon Peter een aanrijding niet vermijden en hij moest de race voortijdig beëindigen.

In maart 1956 vindt de derde internationale Rally Trifels plaats, waar 119 teams aan de start komen. De rally loopt in twee dagen van Hamburg, Berlijn, Aken, München en Lindau naar de Hockenheimring. Slechts 25 deelnemers halen de finish. Peter wint de GT klasse met zijn XK 120 en eindigt in algemeen klassement op de elfde plaats.

XK 120

Importeur van Jaguar

In 1957 brengt Peter een bezoek aan Coventry, vlak na de brand in de Jaguar fabriek van 12 februari van dat jaar. Hij had reeds kennis gemaakt met de algemeen verkoopleider van Jaguar, Frank ‘Lofty’ England.

Door zijn gedrevenheid, zijn verkoop- en racesuccessen en zijn uitstekende spreekvaardigheid van de Engelse taal, maakt hij grote indruk op het management van Jaguar.  Op 1 augustus 1957 krijgt hij de kans om zich te bewijzen en mag zich voor een half jaar ‘Offizieler Jaguar Importeur für die Budesrepublik Deutschland’ noemen.

Visitekaartje Lindner

Zo werd een jongeman van 27 jaar, vrijwel zonder kapitaal – al was het maar voor een half jaar – importeur van het merk Jaguar. In 1957 exposeert hij op de autosalon in Frankfurt. William Lyons heeft zojuist een nieuw model uitgebracht, de Jaguar 3.4-liter Mark VIII, die in Duitsland goed ontvangen wordt. De verkoop- en raceresultaten van Peter zijn uitstekend.

Met William Lyons

Toen in 1958 het bedrijf liep, werd het contract met nog een jaar verlengd. In 1959 wordt Peter Lindner ook de importeur en dealer van het merk Aston Martin. Later volgden Lotus, Triumph en Daimler. Verder stond met merk Volvo op het programma.

Op de Start- en Landingsbaan van het Amerikaanse Artilleriekorps in de Cambrai-Fritsch kazerne in Darmstadt, vindt op 15 december 1957 een HMSC trialdag plaats. Dit evenement omvat een sprint over een kwart mijl, een slalom en een behendigheidsproef. Het veld bestaat uit dertig deelnemers. Peter debuteert met een Jaguar 3.4 en wint de klasse boven de 2 liter.

In het voorjaar van 1958 neemt hij zijn 3.4 uit voor een zondagsritje met een vriendin. Terwijl zij een wandelingetje maakt probeert Peter de Jaguar uit op een bergweggetje. De vriendin was bekend met de rijstijl van Peter en durfde het niet aan om als passagier aan dit experiment deel te nemen. Aangezien Peter niet binnen een redelijke tijd teruggekeerd was, ging zij te voet op onderzoek uit. Achter een bocht zag zij de oorzaak van het wegblijven van Peter: de Jaguar lag op zijn kant. Peter was iets te enthousiast een bocht ingegaan en tegen een stenen muur van een brug gebotst. Zijn goede humeur leed daar geenszins onder en in zijn bedrijf ging later het verhaal de ronde dat hij moest uitwijken voor een hond. Wel besloot Peter het pseudoniem ‘W. Breuer’ aan te nemen om zijn jonge bedrijf niet in ongewenst verband te brengen met zijn risicovolle stuurmanskunsten.

3.4 op zijn kant

De 3.4 was door Jaguar aan Peter gegeven om de schijfremmen te testen op de autobahnen en op de Nürburgring. Onder de naam W. Breuer behaalt Peter vele successen met deze 3.4 in nationale en internationale rally’s en sportsaloon races, georganiseerd vanuit Duitsland.

 De 28e rally van Monte Carlo vindt plaats tussen 18 en 25 januari 1959. Peter heeft zich op deze uitdaging grondig voorbereid. Zo heeft hij een extra ruitenwisser laten plaatsen op het dak van de 3.4 en hij probeert uit te vinden waar wel en geen sneeuw ligt en zal vallen om de juiste bandenkeuze te maken. Tijdens de rally ondervinden veel deelnemers grote problemen in het oosten van Frankrijk, waar zich van kilometer tot kilometer extreme wisselingen in het weer voordeden. 78 teams van de 108 vielen hieraan ten offer. Peter behoorde tot de groep die geen hinder ondervond van het weer en was dus in het voordeel, maar 180 kilometer voor de finish breekt een steekas en vliegt met wiel en al van de Jaguar weg.

3.4 Rally geprepareerd

In de daaropvolgende rally’s en toerwagenraces tot en met 1961 verslaat Peter vele concurrenten, met name MK 2’s, met zijn ‘oude’ 3.4. Hij eindigt regelmatig op de eerste plaats, zoals bij de 6 uurs race op de Nürburgring op 11 juni 1961.

3.4 in de race

Eind 1961 staat de volgende advertentie in de krant:

‘Aangeboden Jaguar 3.4 Liter (WI – PL 1). Winnaar van de Duitse Rundstreckenmeisterschaft 1961 met ca 25 overwinningen, een zeer succesvolle en gevreesde toerwagen, betrouwbaar en nog altijd zeer snel (Ring 11 min. 16,8). Wordt uitsluitend verkocht aan een goede rijder met licentie. Aanbiedingen aan Peter Lindner, Wiesbaden, Taunusstr. 52.’

De 3.4 is verkocht aan ex-teamgenoten Klaus Vehling/Tilo Schadrack en is nog jaren succesvol geweest in de toerwagenkampioenschappen, waar ook Peter met zijn MK 2 aan deelnam.

Het veld

 Aston Martin

Met kerst 1960 ontvangt Peter een linksgestuurde donkergroene Aston Martin DB 4 GT ‘superlegerra’ met kuipstoelen van David Brown. Ook met deze Aston Martin heeft Peter een aantal grote successen behaald in 1961 en 1962. In deze periode levert Peter regelmatig strijd met de geduchte Peter Nöcker.

Nöcker rijdt onder meer in een Jaguar MK 2 2.4, Mercedes 300 SL en Ferrari 250 GT SWB. Met de Ferrari verslaat Nöcker regelmatig de Aston Martin. Peter Lindner en Peter Nöcker vormen ook een team. Zo nemen zij regelmatig deel aan lange afstands- en toerwagenraces in binnen- en buitenland met elk een Jaguar MK 2 3.8.

DB4

E Type

De toerwagenklasse van de Trieren vliegveldraces vindt op 19 augustus 1962 plaats. Nöcker wint de GT klasse met zijn Ferrari 250 GT SWB en Peter wordt tweede met een Jaguar E Type FHC (WL-PL 2). Dit was het debuut van Peter met een E Type. Deze race was het hoogtepunt van het evenement en vormde de basis voor een ware thriller. Peter gaat namelijk direct vanaf de start aan de leiding. Onmiddellijk daarna dienen zich motorproblemen aan die hem doen terugvallen naar de laatste plaats in het veld. Het probleem dat zo plotseling was opgekomen blijkt ook weer plotseling verdwenen. Peter zet, met het mes tussen de tanden, de achtervolging in en na tien ronden heeft hij zich op de tweede plaats weten te nestelen. Maar wel op een ronde achter de Ferrari.

Helaas voor Peter wordt zijn E Type in de nacht van 1 maart 1963 gestolen. Deze stond geparkeerd voor het huis aan de Händelstrasse 18 te Wiesbaden. Ondanks dat hij een beloning uitlooft van 1000 DM blijft de auto met chassisnummer 885090, motornummer R 1639-9 en kenteken WI-PL 2, onvindbaar tot op de dag van vandaag. Elf dagen eerder was er al een nieuwe MG B, nog zonder kenteken, uit de showroom van zijn bedrijf ontvreemd.

E Type

Jaguar MK 2

Samen met Peter Nöcker neemt Peter Lindler in 1963 deel aan vele lange afstandsraces met een Jaguar MK 2 3.8. Zo winnen zij de ADAC 6 uurs race en de 12 uurs race op de Nürburgring en worden zij tweede in de 6 uurs race van Brands Hatch, achter Roy Salvadori en Denny Hulme ook met een Jaguar MK 2 3.8. Met zijn MK 2 wint Peter Lindler ook weer vele races.

E Type ‘lightweight’

Op 3 mei 1963 wordt de Jaguar E Type ‘lightweight’ met kenteken 4868 WK op naam gezet van Peter Lindner. Bij Jaguar moet men inmiddels overtuigd zijn geraakt van de kwaliteiten van Peter als coureur, anders was Jaguar niet zo vrijgevig geweest. De auto voldoet op dat moment echter niet aan de nieuwe regels.

Pas op 19 april 1964 wordt de auto ingezet voor het testweekend van de 24 uurs race van Le Mans. De E Type heeft daarvoor in Coventry een grondige metamorfose ondergaan. Malcolm Sayer heeft de carrosserie herontworpen volgens vliegtuig specificaties. De carrosserie is met klinknagels verbreed, vanwege de aangemeten bredere velgen en banden. In de motorkap zijn extra schijnwerpers geplaatst achter plexiglas en de zijramen zijn vervangen door schuiframen van plexiglas.

De 3.8 injectie motor heeft een aluminium blok en heeft een vermogen van 344 PK bij 6500 toeren per minuut. Hoewel Lindler en Nöcker nog niet eerder op Le Mans hebben gereden, komt de E Type zonder grote problemen door de tests.

De GT klasse van het testweekend werd gewonnen door Jo Schlesser en Phil Hill in een Shelby Cobra. Lindler en Nöcker eindigden op de 6e plaats in deze klasse.

Lightweight

Overige merken

Peter racete tussendoor ook met een MG TF, MG A, VW kever cabriolet van zijn oud-tante, BMW 502, Lotus Elite, Ford Lotus Cortina, Volvo 122S en Morris Mini-Cooper. En ook daarmee behaalde hij grote successen.

Drama

Op 11 oktober 1964 vindt de 1000 kilometer van Montlhéry plaats. Lindler en Nöcker verschijnen aan de start met de E Type lightweight. Aan de race doen ook een aantal formule 1 coureurs mee als Graham Hill, Joakim Bonnier, Pedro Rodriguez en Jackie Stewart. Na 30 ronden leidt Hill in zijn Ferrari 250 GTO voor Stewart. Lindler en Nöcker liggen op de 8e plaats. Het stroomt van de regen en er waait een harde wind over het parcours.

In de 83e ronde gaat het fout. Peter Lindler nadert de kombaan van de hogesnelheidspiste. Hij lag inmiddels op de 6e plaats en stormt aan met een snelheid van over de 200 km/u. De E Type slipt ten gevolge van aquaplaning, slaat meermalen over de kop en schiet in de strobalen die de pits van de tribune scheiden. De motorkap vliegt van de auto en treft drie baancommissarissen met fatale afloop. Peter is nog enigszins aanspreekbaar en wordt met spoed naar het ziekenhuis in Cochin gebracht. Daar aangekomen blijkt hij te zijn overleden.

Kombaan

Na 11 jaar opgeslagen te zijn in een garage vlak bij Montlhéry, wordt het wrak van 4868 WK door de toenmalige eigenaar voor ca 12.000,- francs (omgerekend zo’n 5.000 euro) verkocht aan de broers Joël en Patrick Lansard. Zij wilden de auto restaureren, maar begrepen dat zij niet de juiste technische kennis en de financiële middelen daarvoor bezaten.

Na enkele maanden verkopen zij de overblijfselen van de E Type aan Philippe Renault, de toenmalige president van de Franse Jaguar club. Maar ook hij komt later tot dezelfde conclusie als de broers Lansard en verkoopt alles weer door.

Het wrak komt uiteindelijk terecht bij de firma Lynx Engineering. Lynx bouwt de monocoque na en nog wat delen van de carrosserie, maar slaagt er niet in de auto volledig te restaureren.

Opnieuw wordt de verzameling nieuwe en originele onderdelen doorverkocht en komen in handen van de Nederlander Evert Louwman. Louwman laat de verzameling veilen en deze wordt gekocht door Peter Neumark, die zich met zijn firma Classic Motor Cars (CMC) toegelegd heeft op hoogwaardige restauraties van Jaguars.

Peter Neumark is ondertussen ook in het bezit gekomen van de Ferrari 250 GT SWB waarmee Peter Nöcker geraced heeft. In 2007 wordt bij CMC gestart met de restauratie van 4868 WK. In totaal is daar 7.000 uur in gaan zitten, waarvan 5.500 uren besteed zijn aan uitsluitend de carrosserie.

Op 3 mei 2011 rijdt de gerestaureerde lightweight E Type van Peter Lindner de garage uit van CMC in Bridgnorth, Engeland. In datzelfde jaar wordt de auto onderscheiden met de ereprijs van het ‘Concorso d’Eleganza Villa d’Este’.

Gerestaureerd

En er is zelfs een schaalmodel van de 4868 WK op de markt gebracht.

Model

Peter Lindners passie was racen op de limiet en soms daaroverheen. Voor hem was zo snel mogelijk zijn belangrijker dan winnen. Hij was niet de persoon om als een betaalde professionele coureur door het leven te gaan. Hij was ook niet iemand die gehoor zou geven aan stalorders en die na een race vriendelijke interviews afgeeft. Nee, hij wilde onafhankelijk zijn, zowel in de autosport als in het zakelijke leven als importeur van Jaguar; ultieme passie verbonden met het hoogste risico, was de prijs die hij graag daarvoor betaalde. Hij leefde in het moment, alsof er geen morgen bestond.

Bronnen:

 

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑